• Tag Archieven draad
  • Meet de draad van een draaibank (Lathe Spindle Thread)

    Zie ook: Headstock Spindle Chuck Fittings

    Om accessoires (zoals een boorkop of klauwplaat/backingplate) op uw draaibank te passen, moet u de draadmaat van de spil van de kop weten. Houd er rekening mee dat deze kunnen worden vervaardigd in imperiale (inch) of metrische (millimeter) maten.

    1. Met behulp van een schuifmaat (bij voorkeur digitale schuifmaat) meet u de draaddiameter over de maximale diameter van de schroefdraden, van piek tot piek. Dit zal normaal gesproken marginaal onder de nominale draadgrootte liggen als gevolg van slijtage en essentiële spelingen en productietoleranties.

    2. Meet de spoed van de schroefdraad (de afstand tussen opeenvolgende draadpieken).

    2.1. Voor een imperiale (inch) draad wordt dit gemeten in ‘draden per inch’. Als de draad een imperiale maat heeft, plaatst u het nulpunt van een nauwkeurige meetlat, aangegeven in inches, op de top van een draad dicht bij de kop. Tel dit punt als ‘nul’ en tel hoeveel pieken je nog meer tegenkomt totdat je het punt van een halve inch op je regel bereikt. (NB: dit zal bijna altijd een geheel getal zijn – zeer weinig draden hebben een oneven aantal ‘draden per inch’ – hoewel negen zeer af en toe voorkomt). Neem het aantal draden dat je hebt geteld en verdubbel dit aantal: de waarde die je berekent is het aantal ‘draden per inch’. (Je hebt het aantal draden in een halve inch geteld, dus het aantal in een volledige inch is het dubbele van het aantal in een halve inch!). Typische spoeden op draaibankspindels zijn: 6tpi; 8 tpi; (zelden, 9tpi); 10 tpi; 12 tpi en 16 tpi.

    2.2. Voor een metrische draad (millimeter) is de aanpak vergelijkbaar, behalve dat u een regel gebruikt met metrische schaalmarkeringen. Voor een metrische draad moeten we de grootte van een enkele draadspoed vinden, gemeten in millimeters. Het meten van een enkele steek is bij de meeste draden bijna onmogelijk, dus het is gemakkelijker voor ons om te beginnen met het einde van de regel op één draadpiek (ons nulpunt) en dan de draden te blijven tellen totdat we een ander punt hebben waar de draadpiek precies samenvalt met nog een markering op onze regel. Meestal zal het tellen van vier, vijf of tien threads het leven gemakkelijker maken, als dat past bij waar uw regel is geplaatst. Om de steek te vinden, deelt u de afstand die u hebt gemeten tussen de door u gekozen begin- en einddraadpiek door het aantal draden dat u hebt geteld. Dus als we bijvoorbeeld 4 draden tellen in een ruimte van 14 millimeter, is de steek gelijk aan 14 gedeeld door 4 = 3,5: de steek is in dit geval 3,5 mm. Typische steekwaarden op draaibankspindels zijn: 1,5 mm; 2 mm; 2,5 mm; 3 mm en 3,5 mm.

    Als uw draaibank 10 jaar of minder oud is en wordt geleverd voor de Britse markt, zal deze vrijwel zeker een van deze 4 maten zijn:
    3/4” x16tpi; 1” x 8tpi; 1,1/4″x8tpi en M33 x 3,5 mm

    De meest voorkomende maten:

    Tap maat Diameter (inch) Diameter (mm) Thread Count (TPI) Thread Pitch (mm) Tap boorgat (mm)
    M33 x 3.5 1.2992 30.0000 ~8 3.500 29.5 mm
    1 1/8 – 12 1.1250 28.575 12 2.116 26.51 mm

    Oudere draaibanken zouden een veel grotere variëteit kunnen hebben, net als die welke voor verkoop op andere markten worden vervaardigd. Als u het ‘makersplaatje’ op uw draaibank kunt vinden en ons het merk en model van de draaibank kunt doorgeven, kunnen wij u waarschijnlijk naar de meest waarschijnlijke spilgrootte voor uw draaibank leiden.
    Andere, minder vaak voorkomende schroefdraadmaten zijn: 3/4” x 10tpi; M18 x 2,5 mm; 1” x 10 tpi; 1” x 12 tpi; M25 x 2 mm; 1,1/8” x 12 tpi; M30 x 3,5 mm; 1,1/2” x 6tpi – maar er zijn er nog veel meer!

    Sommige spindels van draaibanken hebben een ‘gewoon’ spilgedeelte achter het gedeelte met schroefdraad – dit staat bekend als het ‘register’. Het bestaan ​​(of niet) ervan en de afmetingen ervan kunnen ook belangrijk zijn. Als uw draaibank een register had, kunnen de afmetingen van dat kenmerk ook belangrijk zijn om te zorgen voor een juiste pasvorm voor de spildraad. Raadpleeg het volgende diagram, dat een typische spilneus toont, inclusief register. Als u elk van de genoemde afmetingen kunt doorgeven, hebben wij een grotere kans om de juiste apparatuur te leveren.

    De verschillende kenmerken die u moet meten zijn:
    T: de totale diameter van het schroefdraadgedeelte van de spil, zoals beschreven in paragraaf 1 hierboven;
    P: de spoed zoals uitgelegd in paragraaf 2 hierboven;
    L: de totale lengte van de spil, inclusief eventuele registers, gemeten vanaf de achterkant van het register – of het equivalent daarvan als er geen register is;
    D: de diameter van het register (de maximale diameter waarbij eventuele vergrendelingsgroeven rond het register buiten beschouwing worden gelaten); en tenslotte,
    S: de diepte (lengte) van het register.

    Opmeten draad van een draaibank
    Opmeten draad van een draaibank

  • Metaaldraaibank

    We geven er een draai aan…
    Draaien is een verspaningstechniek, waarbij het metaal op een draaibank wordt bewerkt. Het materiaal draait rond en voert de snijbeweging uit, doordat de beitel in een bepaalde richting beweegt. Er zijn allerlei vormen van draaien, zoals langsdraaien, dwarsdraaien, steken, profieldraaien, conusdraaien en kopieerdraaien.

    Algemeen

    Technische fische onderdelen Chiu - Ting CT-918 AM draaibank
    Technische fische onderdelen Chiu – Ting CT-918 AM draaibank

    Een metaaldraaibank is een machine waarmee metalen of kunststoffen werkstukken worden gedraaid/gemaakt. De draaibank bestaat uit een gietijzeren gestel of geraamte. Door een elektromotor wordt via een v-snaar de klauwplaat, welke op de hoofdas wordt bevestigd, aangedreven.

    De draaibank bestaat verder uit een support waarin de beitels voor het draaiwerk worden vastgezet. Dit beitelsupport kan zowel handmatig als automatisch over een zwaluwstaartbed worden voortbewogen. Aan het andere uiteinde van de draaibank zit de “losse kop” waarin een vast of meedraaiend center kan worden geplaatst. Ook een boorkop of een boor met grotere diameter kunnen hier worden vastgeklemd.

    Op een metaaldraaibank kan behalve in- en uitwendig draaiwerk ook schroefdraad gesneden worden. Door verschillende tandwielverhoudingen te gebruiken kunnen diverse soorten schroefdraad worden gesneden. De meest voorkomende schroefdraad hier op het Europese vasteland is de Metrische draad. Er is ook Engelse (schroef)draad, Whitworth genoemd, waarvan de spoed (hier het aantal gangen per inch) en de tophoek de voornaamste verschilpunten tussen de WW en de Metrische schroefdraad zijn.

    Bouw

    Kenmerkend voor een draaibank is dat bij een draaibank het snijgereedschap (draaibeitel) stilstaat. Meestal wordt een te bewerken onderdeel ingeklemd in een klauwplaat die bevestigd is aan een horizontale as die het werkstuk ronddraait.

    De draaibank bestaat veelal uit een gietijzeren constructie, het deel dat op de grond staat heet de voet en daarbovenop staat het draaibankbed. Bij grotere draaibanken zijn voet en bed uit twee delen gemaakt, bij bijvoorbeeld een tafeldraaibank bestaan de voet en het bed uit een enkel stuk gietijzer.

    De aandrijving gebeurt meestal met een elektromotor via een overbrengingssysteem bestaande uit V-riemen en/of tandwielen met een keuze uit verschillende toerentallen. De aandrijving kan ook uitgevoerd worden een frequentieregelaar die zorgt voor verschillende aandrijfsnelheden van de elektromotor.

    Geschiedenis

    De draaibank is een zeer oude machine die al gebruikt werd in Assyrie en het klassieke Griekenland. De oorsprong van het draaien vinden we rond 1300 v.Chr. toen de Grieken een tweepersoonshoutdraaibank ontwikkelden. Een persoon draaide het werkstuk met een touw terwijl een andere persoon een scherp voorwerp gebruikte om vormen in het hout te snijden. In het Romeinse rijk werd een draaiboog (soort strijkstok) toegevoegd. In de middeleeuwen werd het handdraaien vervangen door een pedaal zodat de handen vrijkwamen om de verschillende beitels vast te kunnen houden. Dit type draaibank is tot in het begin van de 20e eeuw veel gebruikt en nog in gebruik in diverse ontwikkelingslanden.

    De eerste industriële metaaldraaibank werd door de Nederlander Jan Verbruggen, meestergieter in de zware geschutgieterij in Den Haag, in 1757 ontworpen en in gebruik genomen. In 1770 werd hij benoemd tot meestergieter in de geschutgieterij in het Royal Arsenal in Woolwich. Hier installeerde hij eenzelfde horizontale, door paarden aangedreven draaibank waarvan een set van 50 gedetailleerde camera-obscura-tekeningen bewaard zijn gebleven (zie bijgevoegd voorbeeld). Henry Maudslay, die later onder andere het automatisch draaien van schroefdraden op de draaibank uitvond, werkte ook in de werkplaats van Jan Verbruggen in Woolwich.

    Soorten draaibanken

    In de conventionele draaibanken kunnen diverse soorten uitvoeringen worden onderscheiden, met of zonder computeraansturing, te weten:

    1. Centerdraaibank: wordt gebruikt voor stukken met een centerpunt aan beide kopzijden en geen mogelijkheid tot klemmen op het stuk.
    2. Universele draaibank: de meest bekende vorm, wordt veelal gebruikt voor stuk- en herstellingswerken. Door demontage van de klauwplaat kan er een centerdraaibank van gemaakt worden doordat er in de spil een conus zit.
    3. Kopdraaibank: een universele draaibank voor stukken met een diameter tot soms wel 3,5 meter. Er ontbreekt vaak wel de losse kop op deze soort, nadeel is dat het opspannen van het stuk veel tijd kost en dat de hoofdspil sterk op buigen wordt belast.
    4. Carrouseldraaibank: een verticaal opgestelde kopdraaibank, met de voordelen van de kopdraaibank maar geen belasting op buigen van de spil. Sommige versies hebben ook de mogelijkheid om met meerdere beitels tegelijk te kunnen werken.
    5. Kopieerdraaibank: een draaibank gebruikt voor het maken van series gelijke stukken. Hierbij loopt een taster over een mal en de vorm van de mal wordt aan een beitel doorgegeven en zo op een werkstuk gedraaid. Deze is vervangen door de computer numerical control (CNC) machines.
    6. Revolverkopdraaibank: gebruikt voor het vervaardigen van series gelijkvormige stukken. Principieel is dit een universele draaibank, maar met een beitelhouder voor soms wel 8 gereedschappen die men kan ronddraaien (zoals bij een trommelrevolver).

    Instellingen

    Opbouw van een oudere draaibank uit 1911. Met a = bed, b = geleiding (met dwarsslede en beitelhouder), c = kop, d = terugversnelling (met overbrenging naar ondergelegen spindel) e = kegel voor riemaandrijving van een externe voeding, f = frontpaneel gemonteerd op spindel, g = losse kop. h = spindel.
    Opbouw van een oudere draaibank uit 1911. Met a = bed, b = geleiding (met dwarsslede en beitelhouder), c = kop, d = terugversnelling (met overbrenging naar ondergelegen spindel) e = kegel voor riemaandrijving van een externe voeding, f = frontpaneel gemonteerd op spindel, g = losse kop. h = spindel.

    Het toerental wordt afgestemd op het te bewerken materiaal (de specifieke snijsnelheid, die voor elk materiaal anders is) en de diameter van het te draaien werkstuk.

    Hierbij gebruikt men de volgende formule:

    n = ( V c ∗ 1000 ) / ( π . d ) , {\displaystyle n=(V_{c}*1000)/(\pi .d),}

    Waarbij:

    • n: het toerental, in toeren/min
    • Vc: de snijsnelheid, in m/min
    • d: de diameter van het werkstuk, in mm

    Bij het gebruik van een industriële draaibank, waarbij door middel van hendels de toerentallen en voedingen worden ingesteld, is het volgende zeer belangrijk: het toerental van de hoofdspil mag slechts bij stilstand veranderd worden en de voedingen tijdens werking van de draaibank. Het kan dus soms gebeuren dat de tandwielen niet goed in elkaar grijpen bij het wisselen van hoofdspiltoerental, het volstaat hierbij om de klauwplaat met de hand te bewegen, men zal dan voelen dat de hendels op hun juiste plaats vallen als men de klauwplaat een beetje verdraait. Er bestaan ook systemen voor traploze snelheidsregeling bij conventionele machines in de vorm van frequentieomzetters.

    Losse kop en bed

    Meedraaiend center (boven), vast center (onder)
    Meedraaiend center (boven), vast center (onder)

    Rechts bevindt zich de losse kop, hierin kan een vast of meedraaiend center worden geplaatst, zodat het werkstuk aan beide uiteinden ondersteund wordt. Ook bestaat de mogelijkheid om er een boorkop of een grotere boor rechtstreeks in te zetten.

    De losse kop kan verplaatst worden langs het bed. Het bed bestaat uit twee geleiders die heel zuiver zijn geslepen. In het bed is een trapeziumvormige rand geslepen, zodat bij slijtage op het bed er geen zijdelingse speling ontstaat maar enkel de support naar onder toe zakt (een zeer kleine verplaatsing overigens).

    Bij het bed zijn er 2 keuzemogelijkheden: inductiegehard of niet. Inductiegehard is duurder maar op termijn heeft dit enkel voordelen doordat het bed minder vatbaar is voor beschadiging van spanen of slijtage door gebruik. De beitelwagen, ook weleens langsslede of support genoemd, kan over het bed verplaatst worden (voeding). Dit support kan zowel handmatig alsook automatisch door middel van een nauwkeurige schroefdraadstang worden voortbewogen, afhankelijk van de grootte van de draaibank kan dit trapeziumdraad of zaagtanddraad zijn, beide geschikt voor het opnemen van zware axiale belastingen op deze as. Hierbij moet er op gelet worden dat bij het gebruik van automatische voeding men de slede niet heeft vastgezet met de blokkeerschroeven, dit kan zware schade veroorzaken aan het bed.

    Dwarsslede en beitelhouder

    De dwarsslede is de tweede van een combinatie van drie sleden, haaks ten opzichte van elkaar opgesteld. Ook deze kan meestal met automatische voeding worden bewogen. Hierop staat dan nog een beitelslede waarop een beitelhouder geplaatst is waarin men, afhankelijk van het model, één of meerdere beitels kan plaatsen. Hoe deze beitels worden vastgehouden in de beitelhouder verschilt, het belangrijkste is dat de beitelpunt op centerhoogte staat in verband met snijkrachten en afwerking van het stuk.

    Er zijn verschillende soorten beitelhouders die het mogelijk maken snel beitels te wisselen voor verschillende toepassingen. Een voorbeeld is meerdere beitels in een houder. Deze systemen zijn in hoogte verstelbaar waardoor centerhoogte gehaald kan worden.


  • Sonoff 10A WIFI module met ESPeasy flashen

    Geplaatst op door colani 6 Reacties
    De Sonoff 10A van ITEAD
    De Sonoff 10A van ITEAD

    Deze week de Sonoff 10a WIFI modules ontvangen welke ik een week geleden via BangGood had besteld, ik wist al dat ik ze zou gaan flashen naar ESPeasy, maar toch heel even de originele software met bijbehorende app bekeken.
    Daar was ik snel mee klaar, je moet je op een of andere site via de app registreren en je weet niet wie je gegevens en het gebruik van de app kan zien of waar en hoe het is opgeslagen.

    Privacy en bruikbaarheid op deze manier is niet wat we zoeken, dus snel verder.
    Deze software en manier van gebruiken is dus niet wat ik wil, en jij ook niet anders was je niet hier.


    Ben je hier omdat het flashen op een andere manier niet werkte of niet naar je zin is, of je hebt de headers zelf al gesoldeerd, ga dan gelijk naar hoofdstuk 2.
    Lees verder  Bericht ID 5330


  • DS18B20 1-wire temperatuur sensor

    Raspberry Pi A/B Rev 2 GPIO header
    Raspberry Pi A/B Rev 2 GPIO header

    Voor het meten van de watertemperaturen op de in en uitgaande leidingen van de stadsverwarming heb ik gekozen voor de digitale 1-wire sensor type DS18B20 gekozen. Ze zijn goedkoop en ze gebruiken samen maar 1 pin op de Raspberry omdat ze via een busprotocol communiceren, je kan er dus meerdere aan een draad knopen 🙂

    Deze configuratie eerst uitgeprobeerd op een breadboard en toen alles werkte alles gesoldeerd, en ingepakt met krimpkousjes. Ik heb de weerstand van 4,7k in de kabel verwerkt, dus een weerstand voor alle sensoren, en deze ook netjes beschermd met krimpkous.
    Voor 2 sensoren heb door middel van female breadboard kabeltjes een soort van stekkertjes gemaakt, ik had niets anders en heb dit al vaker met succes gedaan wat al jaren probleemloos draait. (zie foto’s onderaan)

    DS18B20 Temperatuur Sensor Raspberry Pi op breadboard
    DS18B20 Temperatuur Sensor Raspberry Pi op breadboard

    Nu het aansluiten op de Raspberry Pi, deze staat nog an ga ik vanuit, dus deze sluiten we eerst netjes af, dit kan vanuit Domoticz of vanuit een terminal bijvoorbeeld Putty, inloggen met pi en als wachtwoord raspberry, dan afsluiten met het commando # sudo shutdown now Lees verder  Bericht ID 5330


  • American Wire Gauge (AWG)

    American Wire Gauge pasmal
    American Wire Gauge pasmal

    De American Wire Gauge (AWG) is een Amerikaanse norm die niet tot de internationale normen behoort, waarin de doorsnede van een metalen draad door middel van een beperkt aantal cijfercodes wordt aangegeven.
    De AWG-code wordt in sommige Amerikaans georiënteerde landen gebruikt, met name in de elektrotechniek om de dikte van elektrische geleiders en de toebehoren daarvan, zoals adereindhulzen, kabelschoenen en -klemmen, aan te duiden en bijvoorbeeld in de bodypiercingtechniek om de dikte van de piercings aan te geven. De AWG-waarde wordt hoger naarmate de draad dunner is en kan door middel van tabellen of formules worden omgezet naar metrische waarden.

    Oorsprong:
    De American wire gauge (AWG) standaard werd in 1857 in Noord Amerika in gebruik genomen. In Nederland wordt een AWG-maat uitgesproken door een nummer gevolgd door de letters AWG of andersom, bijvoorbeeld “13 AWG” of “AWG 13”.
    Amerikanen duiden de maat aan met bijvoorbeeld: “13 Gauge” (De Engelse uitspraak van Gauge rijmt op Cage). Een dunnere draad krijgt een hoger AWG-nummer omdat dit te maken heeft met hoe een metaaldraad wordt gemaakt: het AWG-nummer correspondeert (ongeveer) met het aantal malen dat een draad door een vorm heen getrokken moet worden om een bepaalde diameter te bereiken.
    Een draad van 0 AWG (1/0) is dus dikker dan 1 AWG. Om nog dikker draad aan te geven wordt 00 AWG (2/0), 000 AWG (3/0) en 0000 AWG (4/0) gebruikt. Lees verder  Bericht ID 5330


  • Weerstand

    weerstand.png

     

    het algemeen gebruikte symbool voor weerstand in schakelingen

     

    Een weerstand is een elektrische component dat dient om de doorgang van elektrische stroom te bemoeilijken, door er weerstand aan te bieden, met als gevolg een spanningsval over de weerstand.
    Weerstanden worden gebruikt als onderdeel in elektrische netwerken. Voor zo’n component is er volgens de wet van Ohm een vaste verhouding tussen de aangelegde spanning en de stroom die vloeit. Deze verhouding is de weerstandswaarde, die uitdrukt in welke mate de stroom hinder ondervindt. De weerstandswaarde, wordt uitgedrukt in de afgeleide SI-eenheid Ohm.
     

    Uitvoeringen van weerstanden:
     

    Een weerstand ontleent zijn eigenschap aan een weerstandsmateriaal, waarvoor koolstof en metaallegeringen gebruikt worden. De meest voorkomende weerstanden zijn tegenwoordig koolstofweerstanden.
     

    R-kool.png
     

    Koolweerstand
     

    Een massaweerstand bestaat volledig uit koolstof. Andere typen zijn uitgevoerd met een koolstoflaagje, al dan niet gespiraliseerd. Weerstanden met weerstandsdraad van een geschikte metaallegering worden gewikkeld om een kern, ten einde voldoende lengte van de draad in een klein volume te kunnen verwerken. Gewikkelde weerstanden hebben het nadeel dat bij hogere frequenties de zelfinductie van de wikkeling niet te verwaarlozen is. Naast precisieweerstanden van weerstandsdraad zijn er ook uitvoeringen met een metaalfilm. Metaalfilm- en koolstofilm-weerstanden lijken qua constructie veel op elkaar. Ze bestaan beide uit een dun opgedampt laagje koolstof of metaal (NiCr) waarin een spiraal is gesneden om de juiste weerstandswaarde te bereiken.
     

    R-metaal.png
     

    Metaalfilm weerstand
     

    R-wikkel.png
     

    Gewikkelde weerstand (voor groot vermogen)
     

    R-draad.png
     

    Weerstandsdraad
     

    vanwege de vraag naar steeds kleinere electronica, komen steeds meer componenten in een Surface Mounting Device uitvoering op de markt. Deze SMD-techniek, maakt geen gebruik van aansluitdraden maar heeft contactvlakken om te kunnen verbinden via soldeerpasta. Het mooiste is om gebruik te maken van een reflow-oven, hiermee bereikt u het gelijkmatig vloeien van de soldeerpasta. Wanneer u af en toe een SMD-component toepast, kunt u deze ook gewoon solderen.
     

    R-smd.png
     

    Een SMD-uitvoering (sterk vergroot, in werkelijkheid bestaat uit SMD-weerstand uit enige millimeters)
     

    het getal 101 welke op de SMD-weerstand staat (vaak via een vergrootglas moet worden achterhaald), moet worden vertaald in een weerstandswaarde. Uitleg hierover volgt geheel onderaan.
     

    Weerstandswaarden:
     

    ALGEMEEN:Hoe groter de tolerantie, hoe breder het bereik van de waarde is. Als er een serie weerstanden gewenst is, heeft het alleen zin om twee waarden te fabriceren waarvan het tolerantiegebied elkaar niet overlapt. Op basis van de voorkeursgetallen van Charles Renard zijn voor bepaalde elektronische componenten, zoals weerstanden, de zogenaamde E-reeksen ontwikkeld.
     

    Deze getallenreeksen vormen bij benadering een meetkundige rij, waardoor de verhouding tussen twee opeenvolgende waarden binnen dezelfde reeks ongeveer constant is.
     

    Klik voor een lijst van alle E-reeksen
     

    Tolerantie:
     

    Zoals u in de E-reeksen tabellen kunt zien, heeft iedere E-reeks een vaste tolerantie-waarde.
     

    De meest gebruikte E-reeks voor weerstanden is de E24-reeks, vanwege de 5% tolerantie. Daarnaast wordt ook de E96-reeks regelmatig toegepast, voor precisie-weerstanden met een tolerantie van 1%.
     

    In schakeling-schema’s worden afkortingen voor de waardes gebruikt. Zouden we alle waardes voluit in het schema noteren, dan wordt het schema onleesbaar. Bij waarden onder de één Ohm wordt het aangegeven met de letter R vòòr de waardeaanduiding: R47 = 0,47 Ohm Er kan ook een letter tussen de cijfers staan: 1E8 = 1,8 Ohm. Bij waarden onder de 1000 Ohm wordt vaak een R achteraan de waarde toegevoegd: zo wordt 56 Ohm wordt geschreven als 56R, en 720 Ohm als 720R Bij waarden van 1000 Ohm en hoger, wordt de letter K gebruikt van KiloOhm op deze wijze: 1000 Ohm = 1K, 4700 Ohm = 4K7, 12000 Ohm = 12K enzovoorts. Bij waarden van 1000000 Ohm en hoger, wordt de letter M gebruikt van MegaOhm op deze wijze: 1000000 Ohm = 1M, 3300000 Ohm = 3M3, 10000000 = 10M enzovoorts. Bij waarden van 1000000000 Ohm en hoger, wordt de letter G gebruikt van GigaOhm op deze wijze: 1000000000 Ohm = 1G, 3300000000 Ohm = 3G3, 10000000000 = 10G enzovoorts.
     

    In schakeling worden bijbehorende componentenvaak in een lijst weergegeven, de weerstands-waarde worden dan als volgt weergegeven 0,1 ohm, 100 ohm, 1,2 Kohm = 1,2 KiloOhm, 10 Kohm = 10 KiloOhm, 1 Mohm = 1 MegaOhm, 1 Gohm = 1 GigaOhm
     

    Via de electronica componenten leveranciers, zijn weerstanden verkrijgbaar met standaardwaarden uit deze reeksen tussen enkele µOhm (micro-Ohm) (voor hogestroommeting) en ten minste 56 GOhm (giga-Ohm) (voor bijvoorbeeld hoogspanningsmeting) volgens de E-reeksen.
     

    Omdat zoals eerder beschreven bemoeilijkt een weerstand de stroom-doorgang. Hierdoor ontstaat warmte in de weerstand, welke aan de omgeving afgegeven wordt.
     

    Weerstanden hebben een maximale werkspanning en vermogen. Boven de maximale werkspanning kan doorslag optreden, wat het einde van het component betekent.
     

    Wordt het maximale vermogen overschreden gedurende een te lange tijd zal de weerstand veranderen, in sommige gevallen zelfs dramatisch, doordat de weerstand beschadigd raakt.
     

    Hoewel sommige weerstanden specifieke spanningsbeperkingen hebben, worden de meeste grenzen in de toepassing bepaald door het maximum vermogen.
     

    Dit hangt af van de bouw van de weerstand, zoals de afmetingen en het materiaal. Grotere weerstanden kunnen meer hitte dissiperen door hun grotere oppervlakte.
     

    De gebruikelijke vermogensbeperkingen voor weerstanden gebaseerd op koolstof zijn: 1/8 watt, 1/4 watt, 1/2 watt, 1 watt.
     

    Draadgewonden weerstanden en weerstanden gevuld met zand, hebben een veel hogere vermogensbeperking zoals 20 watt.
     

    Weerstanden met passieve of actieve koeling kunnen nog veel grotere vermogens verwerken. Zulke weerstanden worden bijvoorbeeld gebruikt om elektromotoren te regelen, zoals in elektrische treinen en trams.
     

    Om te weten, welke weerstand van toepassing is, moet de waarde zichtbaar worden gemaakt.
     

    Op weerstanden welke redelijk groot van afmeting zijn, kan dit door de fabrikant aan de buitenkant op de weerstand worden gestempeld. (zie hiervoor de afbeelding van de gewikkelde weerstand.
     

    Op weerstanden met een vermogen van 1 Watt en lager, wordt van een kleurcodering gebruik gemaakt, welke bestaat uit 4 of 5 gekleurde ringen. Zoals u op afbeeldingen van de koolstof- en metaalfilm-weerstanden kunt zien
     

    weerstkool.png
    Kleurcode-overzicht voor koolstof-weerstanden

    Met behulp van het kleurcode-overzicht, hierboven kan de waarde van een koolstof weerstand worden afgelezen en vastgesteld op de volgende wijze:
     

    Bij het aflezen, moet de gouden of zilveren ring aan de rechterzijde worden gehouden
     

    Daarna kunnen de gekleurde ringen van links naar rechts worden gelezen, en het bijbehorende cijfer in de tabel worden opgezocht.
     

    U heeft een weerstand met de kleuren: bruin-zwart-rood-goud, dan is de waarde 1 0 x 100 = 1000 Ohm of 1K. De vierde ring goud geeft een tolerantie van 5% aan.
    Wanneer u een weerstand heeft, zonder gouden of zilveren ring is de tolerantie lager dan 5%
    Om nu de juiste kleurcode aan de hand van de ringen af te lezen, mag u stellen dat de ruimte tussen de laatste waarde-ring en de tolerantie-ring groter is dan tussen de overige ringen.
    Een weerstand met de kleuren oranje-wit-geel-rood heeft een waarde van 3 9 x 10K = 390K. De vierde ring, is in dit geval rood welke een tolerantie van 2% aangeeft.
    Een weerstand met de kleuren groen-blauw-goud-goud heeft een waarde van 5 6 x 0,1 = 5,6 Ohm met een tolerantie van 5%.
    Er kan zich een situatie voordoen, waarop u een weerstand heeft met drie gekleurde ringen, dan heeft u te maken met een tolerantie-waarde van 20%

    weerstmetaal.png
     kleurcode-overzicht voor metaalfilm-weerstanden

    Met behulp van het kleurcode-overzicht, hierboven kan de waarde van een metaalfilm weerstand worden afgelezen en vastgesteld

     Hanteer dezelfde wijze als voor de koolstof weerstand, echter met het verschil dat er nu vijf en soms zes> ringen gebruikt worden.

    Voor een weerstand met de kleuren: bruin-bruin-zwart-rood-goud, is de waarde 1 1 0 x 100 = 11 KiloOhm met een tolerantie van 5%.
    Een weerstand met de kleuren oranje-wit-zwart-rood-rood heeft een waarde van 3 9 0 x 100 = 39 KiloOhm met een tolerantie van 2%.
    Een weerstand met de kleuren groen-blauw-bruin-blauw-groen heeft een waarde van 5 6 1 x 1M = 561 MegaOhm met een tolerantie van 0,5%.
    Een eventuele zesde ring wordt gebruikt om de temperatuurcoëfficiënt aan te geven. Hiervoor biedt het genormaliseerde kleurcode-overzicht geen informatie, en bent u afhankelijk van uw leverancier.
    SMD-weerstanden , R-smd.png zijn in de E24- en E96-reeksen verkrijgbaar.
     

    Vanwege steeds verdergaande minimalisering van component-afmetingen, bestaan er voor weerstanden in SMD-behuizingen diverse uitvoeringen.
    Klik hier voor een lijst van de beschikbare SMD behuizingen, en hun Europese of internationale aanduidingen van de beschikbare behuizingen. Hierin staan dus  de europese(metrische) codering en afmetingen alsmede de internationale(inch) codering en afmetingen weergegeven.

     Zoals u op de afbeelding van de SMD-weerstand kunt zien, staat hier een code: 101 op.

    De cijfercode op standaard SMD-weerstanden bestaat uit 2 cijfers voor het getal en één cijfer voor de vermenigvuldigingsfactor. Het laatste cijfer is altijd de vermenigvuldigingsfactor (het aantal nullen achter het getal). Bijvoorbeeld code 101 = 10 met één nul erbij, hetgeen 100 Ohm aangeeft.
    SMD-weerstanden weke een weerstandswaarde bezitten van MINDER dan 10 Ohm hebben de letter R opgenomen in de 3-cijferige codering.

    Vanwege deze mengeling van cijfers met een letter staat de codering internationaal bekend als 3 digit
    voor een overzicht van alle beschikbare waarden, welke in de E24-reeks met 5% tolerantie vallen en een 3-digit codering bevatten.
    Klik voor een lijst met alle SMD 3digit E24

     Voor precisie-weerstanden, welke tegenwoordig in zowel de E24-reeks als ook in de E96-reeks worden gefabriceerd, en over het algemeen een tolerantie van 1% of minder tot zelfs 0,1% hebben, is een codering van 4 cijfers/letter in het leven geroepen.

     Vanwege deze mengeling van cijfers met een letter staat de codering internationaal bekend als 4 digit

    Voor een overzicht van alle beschikbare waarden, welke in de E24-reeks met 1% of minder tolerantie vallen en een 4-digit codering bevatten.
    Klik hier voor een lijst met alle SMD 4digit E24
    Voor een overzicht van alle beschikbare waarden, welke in de E96-reeks met 1% of minder tolerantie vallen en een 4-digit codering bevatten.
    Klik voor een lijst met alle SMD 4digit E96
    Voor een overzicht van alle beschikbare waarden, welke in de nieuwste EIA-E96-reeks met 1% of minder tolerantie vallen en een 4-digit codering bevatten.
    Klik hier voor een lijst met alle SMD EIA-E96-reeks