Je kan een multimeter gebruiken voor het meten van een zogenaamd spanningverschil, ook wel genoemd potentiaalverschil; Dit is een veel uitgevoerde meting in de elektrotechniek en elektronica. Een spanning kan worden gemeten met een multimeter of met een voltmeter. Een analoge voltmeter bestaat in beginsel uit een weekijzermeter of een draaispoelmeter voorzien van een voorschakelweerstand. De meting is dus in feite een meting van het magnetisch veld veroorzaakt door de elektrische stroom door een spoel. Volgens de Wet van Ohm (U = I · R) is de spanning U evenredig met de door de weerstand R lopende stroom I, en is de aanwijzing een maat voor de te meten spanningsverschillen. Het aansluiten van het meetinstrument dient de meting zo weinig mogelijk te beïnvloeden. Hiertoe moet de meter zo weinig mogelijk stroom aan het te bemeten spanningscircuit onttrekken. Hoe groter de weerstand van de meter, hoe beter; in het ideale geval is die oneindig groot. Tevens wordt dan het eigen verbruik van het meetinstrument gereduceerd. Een voltmeter moet ook parallel aangesloten worden op het betreffende onderdeel van de elektrische schakelingen. Men kan ook spanningen meten met een oscilloscoop. Dit instrument gebruikt de te meten spanning, na die eventueel versterkt te hebben, om een curve weer te geven die het verloop van de spanning in de tijd geeft. Het voordeel van een oscilloscoop is dat periodiek veranderlijke spanningen zichtbaar gemaakt kunnen worden.
Hierbij een zeer uitgebreide video, die dieper ingaat op het meten van spanning met een digitale multimeter: Lees verder → Bericht ID 5241
Hernieuwbare energie en het milieu worden steeds belangrijker. De meeste elektrische energiebronnen produceren gelijkspanning (DC). De meest gebruikelijke vormen van opslag van elektrische energie werken ook met DC. En de meeste apparaten werken ook op gelijkspanning. DC installaties wijken op belangrijke punten af van AC-installaties (wisselspanning-installaties). Het ontwerpen, installeren en beheren van DC-installaties is nog geen gemeengoed.
Begrippen
Spanning, stroom, weerstand en vermogen
Stroom loopt pas door een schakeling als er sprake is van spanning. Spanning komt pas tot stand wanneer er een weerstand is gevormd. Daarnaast moet stroom altijd in een kring lopen.
Het filmpje laat zien waarom een stroom altijd in een kring moet lopen en wat het verschil is tussen een serie- en parallel schakeling.
De verhouding tussen spanning stroom en weerstand is te berekenen d.m.v. de volgende formule: U (spanning) = I (stroom) x R (weerstand). Dit wordt ook wel de wet van Ohm genoemd. Daarnaast heb je nog het vermogen. Dit is een afgeleid deel van de stroom en spanning. Vermenigvuldig de spanning met stroom en je krijgt het vermogen in Watt. Lees verder → Bericht ID 5241
De American Wire Gauge (AWG) is een Amerikaanse norm die niet tot de internationale normen behoort, waarin de doorsnede van een metalen draad door middel van een beperkt aantal cijfercodes wordt aangegeven.
De AWG-code wordt in sommige Amerikaans georiënteerde landen gebruikt, met name in de elektrotechniek om de dikte van elektrische geleiders en de toebehoren daarvan, zoals adereindhulzen, kabelschoenen en -klemmen, aan te duiden en bijvoorbeeld in de bodypiercingtechniek om de dikte van de piercings aan te geven. De AWG-waarde wordt hoger naarmate de draad dunner is en kan door middel van tabellen of formules worden omgezet naar metrische waarden.
Oorsprong:
De American wire gauge (AWG) standaard werd in 1857 in Noord Amerika in gebruik genomen. In Nederland wordt een AWG-maat uitgesproken door een nummer gevolgd door de letters AWG of andersom, bijvoorbeeld “13 AWG” of “AWG 13”.
Amerikanen duiden de maat aan met bijvoorbeeld: “13 Gauge” (De Engelse uitspraak van Gauge rijmt op Cage). Een dunnere draad krijgt een hoger AWG-nummer omdat dit te maken heeft met hoe een metaaldraad wordt gemaakt: het AWG-nummer correspondeert (ongeveer) met het aantal malen dat een draad door een vorm heen getrokken moet worden om een bepaalde diameter te bereiken.
Een draad van 0 AWG (1/0) is dus dikker dan 1 AWG. Om nog dikker draad aan te geven wordt 00 AWG (2/0), 000 AWG (3/0) en 0000 AWG (4/0) gebruikt. Lees verder → Bericht ID 5241
Ook bij passieve elektronica zoals sommige SMD-weerstanden zijn ESD-gevoelige types te vinden.
De hier afgebeelde SMD’s zijn – door de geringe afmetingen – wel gevoelig voor ESD! Tijdens de ESD-cursus gaan we hier verder op in.
Niet logische cijfercode van 1% SMD-weerstanden
Het tweede type cijfercode heeft geen logika in de code, zonder tabel is alleen met behulp van een (precisie-) weerstandmeter de waarde te bepalen.
In onderstaande tabellen is de waarde van een precisie SMD-weerstand met een tolerantie van 1% te bepalen. Voor SMD-weerstanden met een tolerantie van 2%, 5% of 10% geldt een andere tabel.
Vermenigvuldigingsfactor
Bij weerstanden uit de SMD E96 reeks staat de vermenigvuldigingsfactor met een codeletter altijd na de cijfercode, bijvoorbeeld:
35C = 22600 ohm (22K6), zoek het maar op in de onderstaande tabellen. Lees verder → Bericht ID 5241
Cijfercode type 2 heeft geen logische code, zonder tabel is alleen een weerstandmeter een uitkomst.
Met behulp van onderstaande tabellen is de waarde van een SMD-weerstand te bepalen.
Bij weerstanden uit deze reeks staat de vermenigvuldigingsfactor met een codeletter altijd VOOR de cijfercode, bijvoorbeeld:
A05 = 150 ohm met een tolerantie van 2%
B22 = 7.500 ohm (7k5) met een tolerantie van 2%
C27 = 12.000 ohm (12k) met een tolerantie van 5%
F57 = 47.000.000 ohm (47M) met een tolerantie van 10%
X11 = 27 ohm met een tolerantie van 2%
R15 = 3,9 ohm met een tolerantie van 2% Lees verder → Bericht ID 5241
SMD-weerstanden kunnen nogal gevoelig zijn voor ESD. Dit wordt veroorzaakt door de zeer fijne structuur van de dunne filmlaag. Tijdens de ESD-cursus komt een data-sheet van een grote fabrikant van SMD-weerstanden aan de orde.
Verkorte notatie
In schema’s en stuklijsten wordt er een verkorte notatie voor de weerstandwaardes gebruikt. De komma wordt daarbij vervangen door de beginletter van de eenheid. Voor de kleinere weerstandwaardes is dat de : R van resistance. Voor de grotere weerstandwaardes wordt de: K van kilo-ohm en de: M van megaohm gebruikt. Deze code is in tegenstelling tot de codes 2 en 2a logisch van opbouw.
Deze weerstanden uit de E24-reeks hebben de twee eerste ringen voor het getal, de derde voor de vermenigvuldigingsfactor en de laatste (goudkleurige = 5%) ring voor de tolerantie van de weerstandwaarde.
In de tabellen zijn de kleurringen in alfabetische volgorde gerangschikt van bruin tot en met wit.
Verder is te zien dat de lagere waardes meer variaties kennen dan de hogere waardes. Uitleg van de kleurcode voor weerstanden.
In onderstaande tabellen is de relatie tussen weerstandswaarden en kleurcodes te zien.
Deze weerstanden uit de E24-reeks hebben de twee eerste ringen voor het getal, de derde voor de vermenigvuldigingsfactor en de laatste (goudkleurige) ring voor de tolerantie van de weerstandwaarde.
Detail uitleg van de kleurcode voor weerstanden.
De weerstandswaarde wordt met een drie-ringencode aangegeven. De vierde (zilverkleurige) ring geeft aan dat de ohmse waarde van de weerstanden in deze voorbeelden 10 procent kan varieren.