Meten van spanning (volt)
Je kan een multimeter gebruiken voor het meten van een zogenaamd spanningverschil, ook wel genoemd potentiaalverschil; Dit is een veel uitgevoerde meting in de elektrotechniek en elektronica. Een spanning kan worden gemeten met een multimeter of met een voltmeter. Een analoge voltmeter bestaat in beginsel uit een weekijzermeter of een draaispoelmeter voorzien van een voorschakelweerstand. De meting is dus in feite een meting van het magnetisch veld veroorzaakt door de elektrische stroom door een spoel. Volgens de Wet van Ohm (U = I · R) is de spanning U evenredig met de door de weerstand R lopende stroom I, en is de aanwijzing een maat voor de te meten spanningsverschillen. Het aansluiten van het meetinstrument dient de meting zo weinig mogelijk te beïnvloeden. Hiertoe moet de meter zo weinig mogelijk stroom aan het te bemeten spanningscircuit onttrekken. Hoe groter de weerstand van de meter, hoe beter; in het ideale geval is die oneindig groot. Tevens wordt dan het eigen verbruik van het meetinstrument gereduceerd. Een voltmeter moet ook parallel aangesloten worden op het betreffende onderdeel van de elektrische schakelingen. Men kan ook spanningen meten met een oscilloscoop. Dit instrument gebruikt de te meten spanning, na die eventueel versterkt te hebben, om een curve weer te geven die het verloop van de spanning in de tijd geeft. Het voordeel van een oscilloscoop is dat periodiek veranderlijke spanningen zichtbaar gemaakt kunnen worden.
Hierbij een zeer uitgebreide video, die dieper ingaat op het meten van spanning met een digitale multimeter: Lees verder Bericht ID 4463